Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zijn niet [5]bespotters bij mij, en [6]overnacht [niet] mijn oog in [7]hunlieder verbittering? 5. Versta, niet eigenlijk van zijn lijden, maar van zijn woorden; vergelijk onder, hfdst.21 vs.3. Anders, bespottingen; te weten, waarmede ik overhaald word. 6. Dat is, zijn mijn gedachten niet zo bekommerd met de redenen, waarmede zij mij verbitteren, dat ik daarover mijn ogen des nachts openhoud en mijn slaap verlies? Hij geeft reden waarom de krachten zijns levens allengskens verdwenen. 7. Te weten, zijner vrienden, die hem bedroefden met hun verkeerd oordeel en bittere aanspraken.